Vanaf de eerste zwemles verkennen kinderen het water. Ze ontdekken dat bewegen in het water anders aanvoelt dan bewegen op het droge. In die eerste belangrijke periode van het kennismaken met water, leggen we de grondslag voor een levenlang zwemplezier.
De zweminstructeur m/v stimuleert de kinderen, wekt vertrouwen en creëert situaties waarin ze spelenderwijs leren omgaan met het water.
Soms lijkt het of er in een zwemles alleen maar gespeeld wordt. Dat is schijn. Achter elke speelse vorm zit een bedoeling om kinderen iets te leren. Gebleken is dat zo'n speelse aanpak voor jonge kinderen het meest effectief is. Bij het leren zwemmen horen allerlei onderdelen, die elke les worden geoefend. Die speels verpakte oefeningen zijn eerst heel eenvoudig, maar worden in de loop van de lessen voor het ABC-diploma steeds moeilijker.
Een belangrijk onderdeel van de lessen is het te water gaan. Eerst gebruiken we daar nog wel een trapje bij, maar al gauw vinden kinderen het in het water springen een feest op zich. Kinderen, die in het water vallen of springen, moeten ook weer op de kant kunnen klimmen. Niet alleen langs het trapje, maar ook via een mat die in het water hangt of klauterend over een of ander obstakel. Dat zijn leuke activiteiten voor de kinderen waar tegelijkertijd een serieuze bedoeling achter zit.
Bij leren zwemmen hoort ook kopje onder gaan. Kinderen leren zich te oriënteren en wennen aan de druk van het water op hun ogen, oren, mond en neus. Een keertje verslikken of proestend weer boven komen, is dan ook helemaal niet erg. Als je leert zwemmen, moet je namelijk ook leren wanneer je in kunt ademen en wanneer juist niet. Als kinderen hun ademhaling in het water redelijk beheersen, is het leren drijven op borst en rug niet zo moeilijk meer.
Zonder dat ze één echte zwemslag kunnen maken, raken de kinderen al steeds bedrevener in het water. Ze kunnen erin kopje duikelen en ze draaien van borst naar rug en weer terug. Zwemmertjes in de dop, die dit alles ongeremd doen, zijn al aardig goede maatjes met het water. Ze hebben kennis gemaakt met het watertrappen en zijn nu toe aan het leren van de zwemslagen.